Équipe volontaire is een interviewreeks met de vrijwilligers van De Grote Post. Ze koken voor artiesten, ze maken cultuurfanaten wegwijs in het gebouw, ze doen ticketcontrole, ze ontvangen en begeleiden artiesten, ze kennen het gebouw vanbinnen en vanbuiten, … De Grote Post is De Grote Post dankzij hen. Ze verdienen dan ook hun plaats in de schijnwerpers.
Deze keer is het de beurt aan Benita en Fien.
Benita: “De vrijwilligers onder elkaar hebben een echte De Grote Post-band en die blijft ook bestaan”. En dat beaamt ook Fien. Twee vrijwilligers die het cultuurcentrum als ideale vertoefplek in Oostende zien én beleven.
Wie zijn Fien en Benita?
Benita: Ik ben Benita, en ik heb ongeveer 30 jaar bij Siemens gewerkt. Ik was er bode: deed de briefwisseling en verzorgde recepties.
Ik heb twee kinderen, een zoon en een dochter, en een kleinzoon van 17 jaar. Ik heb veel plezier aan mijn kinderen, we hebben een hele goeie band samen. Ik ben dus een gelukkige vrouw, mijn gezondheid is goed en ik ben actief bezig. Ik doe vrijwilligerswerk voor De Grote Post en ook voor Theater aan Zee.
Ik ben geboren in Klemskerke en getogen in Oostende. Mijn ouders waren van Oostende en mijn grootouders hadden een boerderij in De Haan, en omdat ik in de oorlog geboren werd, woonde ik daar met nog een deel van de familie. Dat werd toen zo gedaan omdat we niets te kort zouden komen.

Fien: Mijn officiële naam is Wivine, maar omdat ik heel veel met kinderen werk en kinderen mijn naam niet onthouden, zeg ik dat ik Fien ben. Ik hoor die naam zelf ook liever. Hier in DGP ben ik ook goed gekend als Fien.
Ik ben leerkracht geweest en ook directeur van een basisschool in de Westhoek.
Voor kinderen doe ik nog van alles: animator bij Horizon Educatief (Horizon Educatief organiseert natuur- en milieueducatieve en recreatieve activiteiten tijdens het schooljaar), begeleider voor de kinder- en jeugdjury in de bibliotheek, ik doe de huiswerkklas in het College en lees voor op verschillende locaties.
Ik ben geboren en getogen in Oostende, en maak deel uit van een lieve, fijne en toffe familie.
Hoe leerden jullie DGP kennen en wanneer zijn jullie er als vrijwilligers begonnen?
Benita: Ik kan me niet meer zo goed herinneren wanneer ik precies begonnen ben, maar ik ben er zo goed als van begin af aan bij. Wivine is eerder dan mij begonnen alleszins. Ik ben een heel tevreden vrijwilliger. Er is een prima sfeer en we hebben heel aangename collega’s.
Fien: Het gebouw van De Grote Post kende ik al van kindsbeen af, omdat mijn vader er indertijd postontvanger was. De Grote Post van nu leerde ik in 2012 kennen. In het stadhuis was er in dat jaar een infoavond om eventuele vrijwilligers te werven voor DGP. Jammer genoeg was ik die avond niet vrij, maar Benita wel.
Benita en ik leerden elkaar kennen tijdens het voorlezen in de bibliotheek, en we doen dus geregeld vrijwilligerswerk samen.
Ik vroeg haar of ze interesse had in DGP en, zo ja, of ze naar die bijeenkomst wilde gaan voor extra informatie. Ik heb toen ook mijn gegevens meegegeven met haar, zodat ze mij kon inschrijven, want ik wilde dit echt doen.

Wat sprak jullie precies aan in De Grote Post?
Benita: Cultuur heeft me altijd geïnteresseerd en ik wilde me ook inzetten om iets te doen. Dat heb ik van mijn moeder, zij was ook altijd heel behulpzaam voor iedereen.
Ik ben heel content want ik leer cultuur nog altijd beter kennen. Vroeger gingen mijn ouders veel naar het toneel en wij gingen met plezier mee. Op een zeker moment was dat gedaan omdat er niet veel aanbod meer was in die tijd. Er was voor mij niets meer in Oostende. Ik ben dus heel enthousiast dat De Grote Post er is: muziek, theater, dans, … Er zijn nu veel meer mogelijkheden in vergelijking met toen.
Fien: Tijdens mijn loopbaan had ik een heel actief leven. Toen ik stopte met werken, stopte iemand die ik ken op hetzelfde moment. We zijn even oud. Ze zei me dat haar dagen leeg waren: opstaan, ontbijten, mails checken en beantwoorden en wachten tot ze terug naar bed moest. Ik heb mezelf toen beloofd dat dat met mij niet mocht gebeuren en dat zal ook niet gebeuren. Je moet zelf stappen zetten om ergens bij te horen, om vrijwilligerswerk te doen. Voor andere dingen ook. Ik ging op bepaalde organisaties af en informeerde naar de mogelijkheid om er vrijwilligerswerk te doen, en wat dat dan inhield.
Waarom DGP? Ik interesseer me voor de culturele sector en dingen die ik kan linken aan mijn werk van vroeger, en bij DGP zochten ze naar vrijwilligers, dus de stap wel snel gezet.
Wat doen jullie er voornamelijk?
Fien: Het wegwijs maken van het publiek in het gebouw, het controleren van de tickets, de bediening van de catering (artiestenonthaal), deurwacht, publieksbegeleiding en zaalwacht, zaalonthaal en zaalwacht, flyeren, scannen in de tubes, bandjes aandoen, TXT-uurtjes en rondleidingen achter de schermen. Ik ben ook lid van de leesclub voor de vrijwilligers van DGP. Heel veel dus. (lacht)
Benita: Behalve het wegwijs maken van het publiek in het gebouw, de rondleidingen achter de schermen, de TXT-uurtjes en de leesclub voor de vrijwilligers, help ik bij alles mee wat Fien noemde.

Jullie werken vooral samen in DGP?
Benita: Over het algemeen wel.
Fien: Krijgen we de lijst, met data waarop iemand nodig is, van Anke Sabbe (vrijwilligerswerking) of van Tuur Soete (vrijwilligerswerking), dan stippen we eerst elk apart aan wat we willen doen en waar we vrij voor zijn. Dan overleggen we samen, en zorgen we ervoor dat we samen zijn. Zien we iets dat voor de ene wel past maar niet voor de andere, dan vult elk die gaatjes ook wel in. Het gebeurt dus dat we apart werken, maar meestal samen. Vooral voor het artiestenonthaal vind ik dat we goed op elkaar ingespeeld zijn. Benita doet meer de keuken, en ik de zaal.
Denken jullie met veel plezier terug aan de eerste dag als vrijwilliger?
Fien: Ik weet nog dat het openingsweekend in december 2012 hectisch was. Benita begon na Nieuwjaar, ik ervoor met de opening. Ik kende niemand van de andere vrijwilligers. Sara Vanderieck (artistieke leiding, dramaturgie, planning) was toen ons aanspreekpunt, én ze was overbevraagd. Alle taken waren nieuw, nog onbekend. Misschien verliep toen niet alles even gesmeerd zoals het nu verloopt, maar we gingen er wel voor.
Na de voorstelling van dat openingsweekend hebben een collega-vrijwilliger en ik uitgebreider kennisgemaakt, ondertussen is zij hier geen vrijwilliger meer, maar als we elkaar toevallig ontmoeten in de stad komt er altijd een babbeltje van.
Benita: De vrijwilligers onder elkaar hebben een echte DGP-band, en die blijft ook bestaan.
Fien: Ik herinner me nog dat ik in die openingsweek vijf opdrachten kreeg. Iets wat ik nu in één maand nooit meer haal, waarschijnlijk omdat er zoveel meer vrijwilligers zijn dan toen.

Natuurlijk zijn wij benieuwd naar heuglijke verhalen die jullie hier beleven.
Benita: Ik herinner me een artieste die naar het toilet moest. Dat was in de eerste week dat ik kwam werken. We vonden haar niet meer terug, ze was verloren gelopen, een drama. En ik kende het gebouw ook nog niet goed. We vonden haar uiteindelijk aan de andere kant van het gebouw terug, in paniek. Het theaterstuk was al bezig op dat moment, zij moest dus terug op scène staan maar ze was er niet. Het publiek heeft daar gelukkig niets van gemerkt. Dat was nogal een situatie, eentje die ik niet vergeet. Op het moment zelf niet leuk, maar achteraf zien we daar wel de humor van in.
Fien: Ik herinner mij vier jonge muzikanten in de artiestenfoyer. Op diezelfde avond was er in België een belangrijke voetbalwedstrijd. Ik ken niets van voetbal. Zij daarentegen waren aan de radio gekluisterd om de match te volgen, tot ze echt moesten vertrekken naar de scène. Dat was een voorstelling met een pauze, dus tijdens de pauze kwamen die muzikanten terug naar de foyer en vroegen mij onmiddellijk hoe de wedstrijd aan het verlopen was. Ik deed mijn werk, hoorde de radio wel maar volgde de wedstrijd niet, dus ik kon niet antwoorden. Zij, opnieuw gekluisterd aan de radio. Wanneer de voorstelling erop zat, haastten ze zich weer naar de foyer om te horen wat de voetbaluitslag was. (lacht)
Een andere anekdote was met twee acteurs. Ze aten om 18u in de foyer en moesten om 20u op scène. Eén van de twee acteurs legde zich in de zetel omdat hij op was van de zenuwen. Hij zei aan zijn collega dat hij telkens hetzelfde voorhad: dat hij op was van de zenuwen in de periode tussen de maaltijd en de voorstelling, dat het niet te doen was. Waarop de tegenspeler hem dan vroeg waarom hij dat beroep gekozen had. Daarop antwoordde hij: “Kijk eens naar mijn twee (linker)handen, ik kan niets anders”. (lacht)
Benita: Je zou het niet verwachten, maar de meeste artiesten hebben plankenkoorts.
Fien: Ik zat onlangs in de Lokettenzaal te wachten tot mijn klas kwam voor de rondleiding. Een ouder koppel kwam naast me zitten en begon te praten. De man zei dat hij hier vroeger nog gewerkt had en hij blij was dat hij nog eens binnenkwam in DGP. Ik vertelde hem over mijn vader die hier nog postontvanger geweest was. Bleek dat hij hem in ‘de grote post’ gekend heeft. Hij beschreef mijn vader en het klopte allemaal. Ik was echt sprakeloos en ervan aangedaan. Die man zei me zijn naam en ik herinner me gesprekken tussen mijn ouders vroeger aan tafel waarin onder andere die naam viel.
Benita: Dat is een mooie anekdote Fien.
Fien: Nog een leuke anekdote met kinderen tijdens een TXT-uurtje: ik heb een boek met een gat, waarin geen tekst, maar wel illustraties staan. HET GAT is te zien op de cover en op iedere pagina en verplaatst zich binnenin overal, zodanig dat het personage het ervan op zijn heupen krijgt. Hij trekt met HET GAT naar een labo en geeft het daar af voor onderzoek. Hij gaat terug naar zijn appartement en dan ziet hij dat HET GAT er weer is.
Meestal geef ik het boek aan een jarig kind, dan mag hij of zij dat opendoen en valt er confetti uit. Dat heeft natuurlijk te maken met HET GAT in het boek.
Bij het afsluiten van het TXT-uurtje geef ik de kinderen een leeg blaadje met een gat in. Ze verdringen zich werkelijk rond mij om zo’n papiertje te pakken te krijgen. En dat is de anekdote: hoe snel een kinderhand gevuld kan zijn. Zo mooi: jonge kinderen boordevol fantasie, een klein blaadje en HET GAT!
Dan mogen ze thuis zelf tekenen waar HET GAT ondertussen naartoe gegaan is. En ook in DGP is HET GAT dat zich voortdurend verplaatst… (lacht)

Welke voorstellingen van het nieuwe seizoen van DGP willen jullie absoluut zien?
Benita: Satyagraha van Opera Ballet Vlaanderen. Dat is een voorstelling die Bij de Buren in Gent doorgaat. Een Opera gebaseerd op het vroege leven van Gandhi. Dat willen we beiden heel graag zien.
Fien: De vroege jaren uit het leven van Gandhi inspireerden de Amerikaanse componist Philip Glass om zijn opera Satyagraha te schrijven. In opdracht van Theater Basel creëerde Sidi Larbi Cherkaoui een nieuwe interpretatie van die driedelige opera. Hij stelde een intercultureel team samen om zo Satyagraha te vervormen tot een balletopera waarin muziek, stem en fysieke beweging samenvloeien. Vooral de combinatie van die drie elementen met Sidi Larbi Cherkaoui als regisseur en choreograaf, spreekt mij sterk aan om die voorstelling te gaan zien.
Daarnaast kijk ik uit naar de voorstelling Marinus in DGP, muziektheater gebaseerd op de roman ‘Flamand des vagues’ van Jan van Dorp. Een historisch correcte weergave van het Oostendse kapersleven in de 17de en 18de eeuw. Het Kanaal en de Noordzee waren het strijdtoneel van ‘mannen met baarden’, Oostende een kosmopolitische vrijhaven gekeerd naar die zee.
Benita: De voorstelling UB-29 wil ik ook absoluut zien, die heeft te maken met schepen. Daar gaat Wivine niet naar mee. We kiezen elk apart wat we willen en dan kijken we wat overeenstemt. En meestal komen er heel wat voorstellingen overeen en gaan we samen. Of we geven elkaar tips over voorstellingen. Ik hou enorm van muziek, Fien minder. ’40 jaar Brel’ wil ik ook zeker zien. Ballet zie ik ook graag. We hebben alleszins veel voorstellingen op het programma staan. (lacht)
Fien: Ik ben echt een liefhebber van theater. Muziek kan ik thuis beluisteren, theater kan ik thuis niet bekijken. (lacht)

Iedere stad heeft zijn verborgen plekjes, welke zijn die volgens jullie in Oostende?
Benita: Bij KAAP en DGP is het leuk vertoeven.
Fien: Ik denk aan locaties die niet zo toeristisch zijn. Er zijn veel mooie plaatsen hier in Oostende waar je kunt genieten en tot rust kunt komen: de Spinoladijk, De Japanse Tuin en het Krekengebied. Dat zijn prachtige locaties waar je zelfs op de drukste dagen tot rust komt en een boek kunt lezen.
Benita: Het Bosje (Maria Hendrikapark) is ook zo’n ontspannende plek. De Japanse Tuin vind ik zelf ook een parel in Oostende.
Wat zijn naast DGP jullie bezigheden?
Benita: Ik wandel veel, en samen met de leden van de wandelclub doe ik wandelingen van 25 km. Het is een club die mijn schoonzus heeft opgericht. Die wandelingen zijn leuk: we wandelen samen, houden een stop ergens halverwege, keuvelen gezellig en drinken iets en dan vertrekken we weer.
Fien: Naast de vele activiteiten waar ik aan deelneem als vrijwilliger, reis ik ook behoorlijk binnen en buiten Europa. Australië was de meest avontuurlijke reis: daar heb ik in de vrije natuur gekampeerd. De soms zo smalle paadjes en de diepe afgronden richting Kings Canyon, die wandeling zou ik niet meer opnieuw doen, de rest van die reis wel. (lacht)
Tibet heeft er dan voor gezorgd dat ik beter kan relativeren. Hier in België hebben we alles in overvloed: rekken staan volgepropt in de supermarkten. In Tibet is er het nomadenvolk dat met een kleine familie rondtrekt met een kudde. Het weinige wat ze hebben, delen ze dan nog met de ‘rijke’ Westerse toeristen. Je wordt er vriendelijk ontvangen met een kop yakmelk of boterthee. Veel mensen hier lopen met een ontevreden gezicht, terwijl we hier eigenlijk niet te klagen hebben. Relativeren lukt dus heel goed sedert die reis.

Mochten jullie de ganse wereld in 1 keer kunnen enthousiasmeren voor De Grote Post, wat zou jullie boodschap dan zijn?
Benita: Een wereld die opengaat op gebied van cultuur. Op gebied van met mensen omgaan ook: vroeger had ik niet veel tijd voor een sociaal leven omdat ik veel moest werken. Het engagement is belangrijk en voor mij een openbaring.
Fien: Dat het een must is om DGP te leren kennen. Dat het fijn is om nu ook in Oostende een cultuurcentrum te hebben met een rijk aanbod van kwaliteitsvolle voorstellingen met theater, dans, muziek, comedy, circus, literatuur, … Het aanbod is zo rijk dat iedereen in de jaarlijkse programmatie wel voorstellingen kan vinden die hem/haar aanspreken. Je hoeft dikwijls niet meer naar grotere steden te gaan om echt bijzondere producties te zien.
Benita: Dat is goed verwoord. En we hebben ook een prachtig, mooi gebouw!
Foto’s: Hanns Vermersch
Interview: Kim Schoutetens
Alweer een tof interview met twee zeer actieve en gemotiveerde dames : chapeau
LikeLike