Op 23 mei had Iemand moet het doen van ARSENAAL/LAZARUS op ons podium te zien moeten zijn. Maar niet dus. Acteur Günther Lesage van het gezelschap LAZARUS zit tijdelijk werkloos in zijn kot en houdt voor ons een coronadagboek bij. Een dag uit het leven van Günther.
08:26
Het voordeel van lockdown is dat je als ouder van twee pubers ook al eens langer kan uitslapen dan gewoonlijk. Onze kinderen Amon (13) en Harah (15) missen hun vriendjes enorm, maar daar staat tegenover dat ze niet meer elke dag om 07u het bed uit moeten en snel snel wassen en waar zijn mijn kousen en nee geen kaas op mijn boterhammen en te laat weer de fiets op kunnen skippen. En dat geldt nu ook voor hun ouders. Zelf maak ik er een gewoonte van om tussen 08u en 08:30 op te staan. Mijn dag begint dan steevast met een workout van 7 minuten. Sinds ook de sportcentra zijn gesloten klamp ik me vast aan een fysical app, die m’n buddy is geworden tijdens deze corona periode.

Daarna volgt de dagelijkse douche in een net opnieuw geschilderde badkamer op muziek van een radioprogramma vorige week op radio 1 met een sympathieke presentator wiens naam me nu ontsnapt maar ik denk dat hij rijmt op ‘hage.’
Als sinds mijn studententijd (dat moet na de Tweede Wereldoorlog zijn geweest) maak ik er een gewoonte van om na de warme douche ook ijskoud te douchen. In een verhouding van 3/4de tot 1/4de ongeveer. Het zou naar het schijnt goed zijn voor de rode bloedcellen en de bloeddoorstroming in het algemeen. Daarmee wil ik graag zo lang mogelijk het eeuwenoude principe mens sana in corpore sano eren. Alleen jammer dat dit de baseline is van voetbalclub Anderlecht.
10:00
Na het ontbijt, ook steevast granola met yoghurt, en ik schrijf dit niet omdat ik van De Grote Post mijn dag moet beschrijven en ik hem voor de gelegenheid stiekem idealiseer, maar één van de andere voordelen van een lockdown is dat je inderdaad iets meer tijd kan nemen om stil te staan en je bewust te zijn van de dingen rondom je. Het klinkt als een cliché terwijl ik het opschrijf, maar ik voel dat het klopt. Het is prachtig weer vandaag, al enkele weken sinds het invoeren van de lockdown, en als ik naar buiten ga, dan vallen me weer de prachtige in bloei staande bomen op. Wij hebben het niet te onderschatten geluk te kunnen genieten van een tuin, wat ik dezer dagen als een enorm cadeau beschouw en waar ik meer dan dankbaar voor ben. Op de plek waar ik nu elke ochtend De meeste mensen deugen lees, van de Nederlandse filosoof Rutger Bregman, staat meteen rechts een jonge vijgeboom, waarvan de blaadjes en de vijgen zelf, onder luid gejuich van de zon, hun best doen om elke dag enkele millimeters te groeien.

De meeste mensen deugen is een prachtig boek met heerlijke verhalen over de intrinsieke goedheid van de mens. Het verhaal waarbij de geallieerde soldaten aan het front nabij Ploegsteert op kerstavond 1914 spontaan uit de loopgraven kruipen en hun Duitse vijanden omhelzen, een praatje maken, een glas drinken en foto’s nemen, is van een wonderbaarlijke schoonheid. Het boek staat vol van deze verhalen en ze alleen maar lezen en ze voor je zien, maakt je gelukkig.
Mijn moeder belt. Ik had haar gister proberen te bereiken maar dat was niet gelukt. Ik ben dankbaar dat mijn ouders nog steeds gezond zijn, enkele van hun kennissen zijn reeds overleden aan Covid-19. Ook mijn vader stelt het goed, vijf dagen voor zijn tachtigste verjaardag was hij nog ramen aan het schilderen.
MIjn ouders zijn hun hele leven werkmieren geweest, ook voor anderen, tot op hun huidige leeftijd. Verven, knutselen, renoveren, herstellen. Het geeft hun leven betekenis en dat is goed.
12:00
Toevallig vandaag sla ik de laatste bladzijde van Rutger Bregmans boek om en begin ik aan De Kus van Dabrowski van Chris Van Camp. Via een oproep op Facebook, door Sara de Bosschere, actrice bij de Roovers met wie ik al vaak samenwerkte, zijn er ideeën om fragmenten van Chris’ boek in te lezen en op Facebook te plaatsen.
De release van haar boek zou op dezelfde dag plaats vinden als onze première van Iemand moet het doen. Met ‘onze’ bedoel ik LAZARUS, het gezelschap dat ik in 2006 uit de grond stampte met Rysiek Turbiasz en bij wie Koen de Graeve, Joris Vanden Brande en Pieter Genard zich aansloten. Nog altijd heel blij met onze groep, minder blij met het uitstel van onze voorstelling. De volledige tournee in april, mei en juni werd gecanceld en ook onze voorstelling in de Grote Post ging eraan voor de moeite. Maar voor veel problemen bestaan oplossingen en intussen verplaatsen we Iemand moet het doen naar 2021, najaar.
Het is bijna 13:00 en ik moet aan het eten denken voor vanavond. Mijn vrouw Karen en ik kwamen in het begin van de lockdown overeen om week om week, voor het eten te zorgen en ’s avonds te koken. Het is een goeie manier om, terwijl we 24 op 24 bij elkaar zijn, elkaar ook de ruimte en de rust te gunnen die noodzakelijk is.
Deze week is het mijn beurt. Mijn kookweek. Alweer een voordeel van deze coronacrisis: tijd maken om lekker te koken. Zolang er nog wat technisch werkloosheidsgeld op de rekening staat kan het nog, dus voor vanavond staat het oervlaamse stoofvlees-friet op het menu. Met witloof natuurlijk. Een beetje genant om te zeggen, maar voor Corona had ik zelf nog nooit stoofvlees gemaakt. Dankzij Jeroen Meus weet ik hoe het moet, en het kan heerlijk smaken. Abdijbier, bruin brood, scherpe mosterd, bouqette garni, twee eetlepels stroop. Het lijkt ook bijna genant om toe te geven dat je vlees eet, en sinds ik het geweldige Het voordeel van de twijfel las, van Stefaan Van Brabandt, moet ik er vaak aan denken. Hoewel ik in een ver verleden al eens 8 jaar lang geen vlees meer heb gegeten, ben ik uiteindelijk toch weer carnivoor geworden.
In Het voordeel van de twijfel haalt Stefaan (via andere filosofen) alle platgetreden argumenten voor het eten van vlees haarfijn onderuit. En toch ben ik op weg naar Slagerij Opsomer in Elversele. Een essentiële verplaatsing, het spijt me Stefaan …
13:00
Na het middageten neem ik me voor me te verkleden als wielertoerist. Ik probeer in deze lockdown ook genoeg te bewegen: een tot twee keer per week lopen (meestal zo’n 6 kilometer) en 2 keer per week fietsen (zo’n 25 kilometer)
Ik vind mezelf belachelijk in zo’n wielertenue, maar je moet belachelijk durven zijn.

Of durven tonen dat niet altijd alles zo shiny is als we doen uitschijnen.
Op sociale media gebeurt het zeker te weinig. Ook door mezelf. De vraag is alleen, wie je er mee wil lastig vallen, met je mogelijke problemen. En ook niet meteen het platform waar mensen kwetsbaar durven zijn. De andere kant wel, de glitter en de bagger. Dit thema komt ook aan bod in een ander boek waar ik niet aan begonnen ben: De Kunst van het ongelukkig zijn, waarin Dirk De Wachter mooi uiteenzet dat ongeluk bij het leven hoort. Dat we niet obsessief ‘het geluk’ moeten najagen. Dat je gewoon in je tuin kan zitten, of een park (behalve nu in coronatijd natuurlijk) en genieten van die eenvoud, gewoon kijken naar wat er rondom je gebeurt, en wat er met je gedachten gebeurt.
Het lijkt nu alsof het mijn gewoonte is om drie boeken tegelijkertijd te lezen, maar dat is niet zo. Ik kan het wel, in die zin dat ik mijn aandacht kan verdelen over diverse dingen, maar het is geen streven op zich. Het is toevallig zo nu, een soort overgang in zaken die me bezighouden, en ik probeer de zee van tijd die er nu plots wel is met beide handen te grijpen. Terwijl ik ook weet dat stilstaan ook noodzakelijk is.
Intussen ben ik terug op weg naar huis van bij de slager en ik bel mijn goeie vriend Geert Van Rampelberg. Sinds het cancelen van Iemand moet het doen zijn we met LAZARUS druk bezig met de voorbereiding van nieuwe projecten na de zomer. Ik pols Geert naar zijn gezondheid en die van zijn geliefden, ik heb hem al even niet gesproken en ben blij dat alles goed is. Ik vraag hem of hij zin heeft om deel te nemen aan Stukken van Mensen, een nieuw project van LAZARUS, dat we vanaf half september hopen in de zalen te spelen, als het mag van Marc Van Ranst. Voor dit project bereiden we een groot aantal dialogen uit toneelstukken en films voor, teksten waar we van houden, die ons raken op velerlei manieren. Daarbij vragen we aan diverse gastspelers om mee te doen, gedurende een paar avonden. Elke avond is anders, want telkens is de samenstelling van de spelersgroep verschillend, en ook het tekstmateriaal is elke avond anders. Bovendien spelen we de scenes, terwijl een autocue de teksten toont, naast en boven het publiek. Spannend, geestig, en je mag mislukken!
Geert is dolenthousiast, zoals ik hem ken, en ik verheug me nu al om hem eindelijk in levende lijve te zien. Wanneer hij me vertelt over zijn fietsritten spreken we af om in de loop van volgende week eens naar elkaar toe te fietsen. Op anderhalve meter afstand natuurlijk.
15:00
En dat is ook wat ik aan het doen ben nu: fietsen. Niet terwijl ik dit opschrijf, als je al niet mag bellen op de fiets, dan zeker geen laptop terwijl je fietst.
Omdat ik in Sint-Niklaas woon, ben je zo bij de mooie jaagpaden langs de Durme en de Schelde. Ik fiets richting Waasmunster en Hamme. Het is warm. Het doet goed om te bewegen. Ik passeer café de Lijmstok in Tielrode. (foto) Dat is nu geen café meer, maar dat was het wel, in fictie, nu zo’n dikke twintig jaar geleden. In de tv-reeks Terug naar Oosterdonk had ik het geluk Jos Teugels te vertolken, in een regie van de geweldige Frank Van Passel. Toen woonde ik nog in Gent en ik had nog nooit van Tielrode gehoord. Wist ik toen veel dat jaren later een groot stuk van mijn leven hier zou afspelen. En ik er, belachelijk, in lycrapak, kromgebogen over het stuur mezelf een weg zou banen.
17:00
Bij thuiskomst haal ik meteen het stoofvlees uit de ijskast.

Stoofvlees moet toch zo’n tweetal uur opstaan, dan kan ik tussendoor nog verder schrijven aan dit verhaal. Mijn zoon speelt nog wat piano, mijn dochter zit in mijn studeerkamertje dat smartschool heet.
Mijn vrouw is druk in de weer met haar cursus mediteren, hoewel die combinatie contradictorisch klinkt. Druk in de weer en mediteren horen niet samen in één zin, besef ik, maar het kwaad is geschied.
Ik beslis om die zin te laten staan. Soms moet je accepteren dat iets niet lukt, hoor ik Dirk De Wachter zeggen, alsof hij over mijn schouder meekijkt hoe het met het pruttelend stoofvlees is gesteld. Ik schenk me een Moscow Mule uit, mijn favoriete aperitief dezer dagen.

Mijn vrouw heeft me die cocktail leren kennen: gember bier, vodka, lemoen en gember. Heerlijk fris na zo’n fietstocht. Het schiet soms door mijn hoofd, hoe lang dit nog kan duren.
Onze sector, de podiumkunstenwereld, krijgt zware klappen. Mijn broer die muzikant is, ziet de hele zomer in de vuilnisbak verdwijnen. En theaters zullen de laatste zijn die terug open mogen. Op een bepaald moment zal de vodka op zijn, het gemberbier, en het stoofvlees ook wellicht. Maar voorlopig gaat het nog, al lijkt het me niet slecht in het achterhoofd rekening te houden met een worst case scenario.
Er is beslist dat de scholen, gefaseerd terug open gaan op 15 mei. Voor het eerst lijkt het me, met uitzondering van het allerbegin van het neiuwe schooljaar, iets voor de kinderen om er naar uit te kijken. En ook dit klinkt contradictorisch.
20:00
De klassieker stoofvlees/friet werd door mijn gezin gesmaakt. Omdat het nog warm was, had ik de tafel buiten gedekt. Niet speciaal voor deze rubriek maar omdat het kon.

Als de keuken is opgeruimd is het tijd voor wat nieuws uit de wereld die corona heet. Ik las ergens dat bij de liga voor doven en slechthorenden (heet die zo?) een nieuw gebaar is bepaald om Marc Van Ranst uit te beelden en Steven Van Gucht. Bij de eerste is dat het teken van de V-hals (een pullover), bij de tweede wijst men naar de kin, naar het litteken van Van Gucht. Dat hun namen al gecodeerde gebaren zijn geworden vertelt veel over hun enorme belangrijke positieve aandeel in deze crisis.
Hoe zij sereen en dagelijks en in verschillende programma’s telkens rustig en helder hun uiteenzettingen, hun informatie komen delen, verdient een groot applaus. Alsook Erika Vlieghe en die honderden, duizenden zorgverleners, dokters, assistenten, postbodes, leerkrachten, vuilnismannen en -vrouwen en ga zo maar door.
We zitten midden in een bijzondere tijd, en ik hoop dat als alles voorbij is, de mensen anders naar de wereld zullen kijken, anders met de wereld en mekaar zullen omgaan. Maar ik vrees dat eens de economie terug op gang is geschoten, alles snel weer het oude zal zijn …
Als ik de protesten in Amerika en Brazilië zie, tegen de lockdown, gesteund door hun eigen presidenten dan voel ik het bloed koken in mijn aderen. Maar het is dan ook mijn kookweek.
21:30
De avond is de tijd van pure ontspanning. Omdat ik ook een filmfreak ben, verslind ik nu films en series. Kalifat, Unorthodox, Unbelievable, The Loudest Voice, Succession, het is een greep uit de vele geweldige reeksen die je via Netflix en kabel kan bekijken.
Mijn vrouw en ik kijken de vierde en vijfde aflevering van Ozark, een steengoeie reeks over een man die zijn gezin moet redden door het witwassen van drugsgeld.
In mijn digitale notitieboekje noteer ik vaak dingen die me treffen, uit boeken die ik lees, films die ik zie. Ik laat me inspireren door een stortvloed aan impressies voor een voorstelling die ik voor LAZARUS in 2021 wil maken: Vroeger was de toekomst beter, over hoe we vroeger naar de toekomst keken en we beseffen dat de toekomst ook niet meer is wat ze geweest is. Maar dat er mogelijkheden zijn om er iets moois van te maken, en zoals Rutger Bregman terecht schrijft: behandel de mensen zoals jij behandelt wil worden, en nieuwe werelden gaan open. Ga uit van het goede in de mens, en veel zal veranderen.
Het is intussen 01u terwijl ik deze laatste zinnen schrijf, tijd om naar Dromenland te vertrekken.
Ik hoop jullie gauw in levende lijve te zien en te omhelzen met nul centimeter distancing.
Günther Lesage