Nauru is een eiland in de Stille Oceaan. Ooit een welvarend paradijs, maar door overmatige ontginning van een fosfaatmijn en de komst van een vluchtelingenkamp is het herschapen tot een dystopische plek. “We voelden meteen dat we er een voorstelling over wilden maken,” zeggen Silke Huysmans en Hannes Dereere. Pleasant Island, zo heet de nieuwe voorstelling. Ze vloeit voort uit de vorige, Mining Stories. Die ging over een mijnramp in Zuid-Brazilië, in de streek waar Silke is opgegroeid. Na Mining Stories is het thema mijnbouw op de radar gebleven en zo kwamen ze bij Nauru en zijn fosfaatmijn terecht.
— Ilse Philips —

Silke: “We hebben de geschiedenis van Nauru bestudeerd, maar we wisten niet of we er zelf zouden geraken, want een visum verkrijgen is niet evident. Media worden er geweerd en sowieso worden er weinig mensen toegelaten.”
Hannes: “Er zijn twee soorten visa: een toeristenvisum en een journalistenvisum. Dat laatste kost 8.000 Australische dollar, zonder garantie dat je het zal ontvangen en je geld krijg je sowieso niet terug bij afwijzing. Omdat we niet in aanmerking zouden komen voor een journalistenvisum, vroegen we een toeristenvisum aan. We zijn onmiddellijk transparant geweest over onze intenties: een theatervoorstelling maken over de geschiedenis van het eiland. We gaven ook aan dat we affiniteit hebben met mijnbouw en dat Silke geboren is in een mijnbouwgebied. Na over en weer mailen en een extra motivatiebrief – de meeste toeristen blijven maximaal drie dagen en wij zouden drie weken blijven – kregen we uiteindelijk toestemming.”
Van theatermakers is men minder bang dan van journalisten, terwijl jullie toch ook een verhaal naar buiten brengen?
Hannes: “Journalisten willen vooral het vluchtelingenkamp zien. Enkele jaren geleden sloot het eiland, een kleine onafhankelijke staat, een deal met Australië om vluchtelingen op te nemen. Op dit moment is een op de tien bewoners vluchteling, wat voor een heel grote impact zorgt. De mensen van Nauru sloten de deal uit noodzaak, het eiland zat economisch aan de grond. Een fosfaatmijn was ooit hun rijkdom, maar die is leeggehaald.”
Silke: “We moesten beloven dat we uit de buurt van het kamp zouden blijven: geen foto’s van het kamp en niet met vluchtelingen praten, anders zou ons visum afgenomen worden en zouden de mensen met wie we praatten in de problemen komen. Dat wilden we zeker niet. Wij waren als theatermakers meer geïnteresseerd in de geschiedenis van Nauru en met name in de mijnbouw.”
Op Nauru kan je wat zich op vele plaatsen in de wereld afspeelt op miniatuurniveau bekijken
De interesse in mijnbouw, kan je daar meer over vertellen?
Silke: “Mijn ouders zijn in 1988 verhuisd naar Brazilië en ik ben daar geboren. We woonden in een grote mijnregio waar ertsen werden ontgonnen bestemd voor Europa en Japan. In 2015 was er een grote mijnramp, als gevolg van overproductie. Een stuwdam begaf het. Giftige modder kwam vrij, veegde enkele dorpen van de kaart en kwam uiteindelijk in een rivier terecht om die 600 km lang te vervuilen, tot aan de oceaan.”
Hannes: “Deze mijnramp heeft ook linken met België, BNP Paribas Fortis is bijvoorbeeld een van de investeerders van het betreffende mijnbedrijf. De permanente ecologische en materiële vernietiging als gevolg van deze mijnramp is erg groot en toch is er weinig over geweten.”
Silke: “Op Nauru vonden we die vernieling ook terug door de jarenlange fosfaatmijnbouw. Fosfaat is een grondstof die onder meer gebruikt wordt als meststof voor groenten en aardappelen. Aardappelen die wij eten. De mijn is helemaal uitgeput, wat overblijft is een aangevreten landschap. Op Nauru kan je wat zich op vele plaatsen in de wereld afspeelt op miniatuurniveau bekijken.”

Hoe was het voor jullie om Nauru te bezoeken?
Silke: “Er wonen goed 10.000 mensen. Iedereen kent elkaar en iedereen vertelt met plezier over de geschiedenis van het eiland, maar als je praat over de rijkdom van weleer, stoppen de gesprekken. Hetzelfde als je het onderwerp vluchtelingenkampen aansnijdt. Met één vrouw konden we wel vrijuit praten. Zij wilde dat haar stem werd gehoord tijdens de voorstelling.”
Hannes: “Omdat we er veel langer waren dan normale toeristen vielen we erg op. We stelden ons open op en wilden mensen leren kennen. Dat zorgde voor vertrouwen en zo konden we toch goede gesprekken hebben met de inwoners en een band opbouwen.”
Wat willen jullie vertellen met deze voorstelling?
Silke: “Een verhaal over een plek die ons eigenlijk allemaal aangaat. Nauru is een kruispunt van problemen die zich overal in de wereld afspelen, zoals klimaatverandering, ecologie, migratie en uitputting van de aarde. We proberen de complexiteit weer te geven zonder een oordeel te vellen over wiens fout het nu is. We zijn niet op zoek naar antwoorden, we proberen dingen bloot te leggen en vatbaar te maken.”
De eerste keer dat je het eiland ziet, heb je het gevoel dat je niet in de echte wereld bent
Jullie gebruiken gsm- en schermprojecties in de voorstelling. Waarom?
Hannes: “Gesprekken opnemen met een dictafoon of beelden maken met een camera bleek onmogelijk, dat kon mensen in gevaar brengen. Iedereen communiceert er wel met een smartphone – voor vluchtelingen en asielzoekers mag dat volgens de lokale wetgeving pas sinds 2017 – en via de smartphone leek ons dan ook de meest natuurlijke manier om met mensen een gesprek te hebben. We legden die gewoon op tafel om gesprekken op te nemen.”
Silke: “Het is niet op het eiland dat het idee ontstond om er een smartphonevoorstelling van te maken. De gesprekken en het onderzoek achteraf bleven met de smartphone gebeuren, via skype en whatsapp, bijvoorbeeld. Het is simpelweg de enige manier om in contact te staan met de mensen op Nauru. En zo is het idee ontstaan om voor die vorm te gaan, tegelijk intiem en afstandelijk. We zitten tegelijk in het midden van de problematiek, maar ook op een afstand.”

De beelden uit de voorstelling doen me denken aan futuristische beelden uit stripverhalen met veel beton en weinig groen. Hoe is het om dat echt te zien?
Hannes: “Het beeld dat je schetst klopt. Het postapocalyptische zit inderdaad in het landschap. De eerste keer dat je het eiland ziet, heb je het gevoel dat je niet in de echte wereld bent. Het binnenland is enorm toegetakeld door de fosfaatmijn. Het gekke is dat mensen zich aanpassen en dat het went.”
Zijn er al Australiërs komen kijken naar de voorstelling?
Silke: “Drie. Een programmator, die ons graag zou uitnodigen om de voorstelling in Australië te spelen, een dramaturg en een theatermaakster, die ook een voorstelling maakte over Nauru. Ze zijn heel dankbaar dat de stem van de Nauruanen wordt gedeeld. Veel Australiërs vinden het erg wat hun land doet met vluchtelingen en veroordelen de geforceerde deal met Nauru.”
Hannes: “De algemene reacties zijn dat het een zware voorstelling is, erg emotioneel. Dat klopt, we wilden het verhaal niet luchtiger maken dan het is. De Nauruanen zelf vinden dat oké zo, het is de realiteit.”

Tijdens de voorbereiding hebben jullie ook in De Grote Post gewerkt. Hoe was dat?
Silke: “Dat was in september 2018. We bleven toen twee weken, de eerste residentie na onze terugkomst van Nauru. We hebben in De Grote Post alle interviews getranscribeerd. Leuk om dat aan zee te kunnen doen.”
Wat betekent Oostende voor jullie?
Hannes: “We deden twee jaar geleden een locatieproject voor Dansand! in Stene. We zijn dan gaan praten met Oostendse boeren. We vinden het een intrigerende stad. Mijn vader is in Oostende geboren.”
Silke: “Voor het kinderfestival Springtij hebben we een workshop gegeven waarbij kinderen vlaggen konden maken voor echte schepen in Oostende. Boeren en vissers, we hebben ze allen al gezien in Oostende (lacht).”