Équipe volontaire is een interviewreeks met de vrijwilligers van De Grote Post. Ze koken voor artiesten, ze maken cultuurfanaten wegwijs in het gebouw, ze doen ticketcontrole, ze ontvangen en begeleiden artiesten, ze kennen het gebouw vanbinnen en vanbuiten … De Grote Post is De Grote Post dankzij hen. Ze verdienen dan ook hun plaats in de schijnwerpers.
De goedlachse Sandrina en cultuurcentrum De Grote Post: al van in het begin onafscheidelijk. Artiesten horen haar graag in het Ostendsch bezig, want een geboren en getogen Ostendsche is ze zeker: ze kan niet zonder de zee. Ze reist, fietst, ontmoet, tekent en grimeert graag. Van elke kleine en grote snoet maakt ze mooie kunstwerken.
Kan je meer over jezelf vertellen, Sandrina?
Ik ben grafisch vormgever, illustrator en freelance make-up artist bij Sandbox: kinder- en volwassengrime. Dat laatste is bij toeval ontstaan. Vijftien jaar geleden was er d’Ostendsche Revue in het Kursaal Oostende, en zij hadden een grimeur te kort. Ik ben toen ingesprongen en dat vond ik zo leuk dat ik nu professioneel als kinder- en theatergrimeur werk (in Oostende voor activiteiten in het Kursaal of voor Toerisme en op tal van andere evenementen aan de kust en andere regio’s). Carnaval en verkleedpartijen zijn helemaal mijn ding. Ik hou van ontmoetingen met creatievelingen die gevoel voor humor hebben. Humor vind ik een belangrijke katalysator om te kunnen relativeren.

“We zijn dubbel en dik beloond met de komst van De Grote Post in Oostende.”
Hoe kwam je in contact met De Grote Post?
Via Stefan (directeur bij DGP) vernam ik dat de post van vroeger een cultuurcentrum zou worden. Ze hadden dus vrijwilligers nodig. Ik ben hier dan ook al van in het begin actief als vrijwilliger. We hebben in Oostende lang gewacht op een cultuurcentrum en nu zijn we dubbel en dik beloond met de komst van De Grote Post.
Wat trok jou over de streep om vrijwilliger te worden?
Het kwalitatief programma dat De Grote Post aan cultuurliefhebbers biedt en het feit dat ik een steentje kan bijdragen aan deze mooie organisatie en aan het culturele leven in Oostende.
“Ja, ik zin ’n echte Ostendsche Ploate, en moest je hier komen wonen, dan zoeje gie ’n angespoeldn zin. Hilariteit alom dan.”
Wat is het leukste dat je meemaakte in DGP?
Als vrijwilliger onthaal ik artiesten. Het is grappig dat sommigen onder hen vol verwondering zijn als ik zeg dat ik een echte Ostendsche ben. “Ha, je bent een Ostendsche, en spreek je dan echt Ostendsch?” Soms voel ik me een rariteit. (lacht) Ik zeg dan: “Ja, ik zin ’n echte Ostendsche Ploate, en moest je hier komen wonen, dan zoeje gie ’n angespoeldn zin.” Hilariteit alom dan. Een acteur, van wie ik even de naam kwijt ben, probeerde eens een stuk van zijn voorstelling naar het Oostends te vertalen. Het dialect was eigenlijk ver te zoeken, en hem verbeteren had helemaal geen zin. Dat was zo komisch. Daarnaast voel ik me als vrijwilliger een beetje een culturele ambassadeur: ik maak mensen graag wegwijs in het ruime aanbod aan wat er te doen is, waar ze lekker kunnen eten of gezellig iets kunnen drinken, waar de musea zijn, en noem maar op. De meesten vinden dat fijn.
Je bent een tevreden vrijwilliger.
Absoluut. De leden van de punkband The Kids vertelden mij ooit dat zij zelf ook vrijwilligers zijn in De Roma in Antwerpen, en dat culturele centra het niet redden zonder vrijwilligers. Ik ben het daar volledig mee eens: we draaien mee in de werking en ondersteunen waar mogelijk.

Je draagt het cultuurcentrum in jouw hart, en daarnaast heb je nog vier andere gedrevenheden: grime, tekenen, fotografie en reizen. Waar op de wereld zou jij je nog thuis kunnen voelen?
In het zuiden, waar het warm is en waar er zee is. Ik heb nog in Boston (V.S.) en Gabon gewoond. Dat was ook aan de kust. Nee, in het binnenland zou ik ambetant worden. (lacht)
Teken en grimeer je wat er in je opkomt?
Wat ik teken, is meestal in opdracht of met een bepaalde doelstelling. Kinderen grimeer ik eerder spontaan en naar hoe hun gezicht is, of volgens het thema of in combinatie met hun kledij.
Vorig jaar in september hadden we het tekenfestival Drawing Days in Oostende. Mensen gaan dan aan de slag met potlood, inkt, papier, technologie en nieuwe materialen. Onder andere in de Lokettenzaal van De Grote Post konden bezoekers genieten van raamtekeningen. Ook jouw kunstwerk was er te zien. Wat was het verhaal erachter, en hoe begin je aan een tekening op een raam?
Op een raam tekenen, is helemaal anders dan op papier tekenen. Eerst schets ik alles in vetkrijt op het raam om daarna pas de tekening te vervolledigen met een speciale glasstift. Mijn tekening was een ode aan de zee: Les bains d’Ostende d’après Ensor. Met een knipoog naar Ensor natuurlijk, wat ik toepasselijk vind hier aan de kust.
“Een bioscoop in De Grote Post zou ik fantastisch vinden.”
Wat zou je doen om van De Grote Post een nóg betere plek te maken?
Ik zou het fantastisch vinden met een bioscoop in De Grote Post. Dan zou de Filmclub terug in de stad zijn. Er zouden mogelijkheden ontstaan om andere vormen van film te tonen: kunst, dans, animatie en ga zo maar door. Ik denk bijvoorbeeld aan de filmprogrammatie met cultfilms, documentaires, voordrachten, … in de BOZAR in Brussel. Er is heel veel mogelijk met film en projectie. En dat op zich zorgt er dan weer voor dat nog een ander publiek naar De Grote Post zou komen.

Foto’s: Manu Debruyne – VIRAAL en Evenbeeld
Tekst: Kim Schoutetens – VIRAAL