Équipe volontaire is een interviewreeks met de vrijwilligers van De Grote Post. Ze koken voor artiesten, ze maken cultuurfanaten wegwijs in het gebouw, ze doen ticketcontrole, ontvangen en begeleiden artiesten, ze kennen het gebouw vanbinnen en vanbuiten … De Grote Post is De Grote Post dankzij hen. Ze verdienen dan ook hun plaats in de schijnwerpers.
Ivan is vrijwilliger in hart en nieren. Hij begon 22 jaar geleden bij TAZ en springt ondertussen al 6 jaar mee op de “De Grote Post-kar”.
Wie is Ivan?
Geboren (op 11 maart 1955) en getogen in Oostende. Ik studeerde talen, maar sedert 1979 werk ik voor de Federale Overheidsdienst Financiën. Ja, je leest het goed, ik hoor bij de controleurs van de belastingen hier in Oostende. In life you are only sure about two things: death and taxes. Ik ben niet getrouwd en ik heb ook geen kinderen. En toch ben ik een gelukkige vrijgezel sedert een tweetal jaren.

Hoe bevalt de badstad je?
Oostende bevalt me erg goed. In Mariakerke heb ik een strandcabine en in de zomer ga ik er met alle plezier naar toe. Een boek lezen aan de waterlijn en een ijsje eten zijn absolute musts voor mij. Ik fiets overal naartoe maar het is toch opletten geblazen waar je je fiets stalt in onze stad. Jammer genoeg zijn er veel fietsdiefstallen. Ik probeer hem altijd ergens te ‘verankeren’. Eén van mijn favoriete plekjes in Oostende is het CultuurCafé, daar kan je me vinden voor een natje en een droogje.
Hoe kwam je in contact met De Grote Post? En wanneer begon je er als vrijwilliger?
Als vrijwilliger zette ik mijn eerste stappen bij TAZ in 1997. Met De Grote Post kwam ik al in de jaren 2005-2007 in contact. TAZ zocht toen een aantal locaties voor grote producties. Bij de doop van het theaterfestival stonden Marc Lybaert, Luc Muylaert en een vijftal vrijwilligers mee aan de wieg. Gaandeweg is TAZ uitgegroeid tot een echt spektakel waar veel volk op afkomt en dat uit zijn voegen barst. Stefan Tanghe kende ik toen als boekhouder die voor TAZ werkte. Toen Stefan directeur van De Grote Post werd, in 2012, was voor mij de stap naar het cultuurcentrum gauw gezet. Ondertussen ben ik al 22 jaar vrijwilliger bij TAZ en 6 jaar bij De Grote Post. Dat doet me eraan denken dat dat veel over mijn leeftijd zegt. (lacht) Een aantal andere vrijwilligers bij TAZ stapten ook mee in het ‘De Grote Post-verhaal’ en zo zitten we met een aantal medewerkers die elkaar al jaren kennen.

Kan je meer vertellen over wat je er allemaal doet?
Ik sta in voor onder andere de ticketing: we scannen de kaartjes en begeleiden de bezoekers naar hun plaatsen. En ik help mee als deurwacht, dan wachten we buiten aan de zaal om de laatkomers op te vangen, en al dan niet nog binnen te laten in de theaterzaal. Ik flyer ook, ook voor TAZ.
“Ik zag een man met een lange pruik, en een grote bijl in zijn handen, zachtjes de zaal binnenkomen. Ik verzeker je dat de adrenaline door mijn hoofd gierde!”
Als ik je vraag naar een voor jou onvergetelijke gebeurtenis in De Grote Post, waaraan denk je dan spontaan?
Een voor mij onvergetelijke gebeurtenis in De Grote Post was ongetwijfeld tijdens de voorstelling Risjaar Drei (Toneelhuis). Ik was toen zaalwacht in de theaterzaal. De voorstelling was zo’n 30 minuten bezig toen opeens de hoofddeur op een kiertje open ging. Ik zag een man met een lange pruik en een grote bijl in zijn handen zachtjes de zaal binnenkomen. Ik verzeker je dat, in tijden van aanslagen, de adrenaline door mijn hoofd gierde! Ik stapte op die persoon af en vroeg hem wat hij kwam doen. De man zei dat hij straks het podium op moest. Voorzichtig deed hij de haren van zijn gezicht en herkende ik hem: het was Jan Decleir. Daarna stormde hij de trap af en plantte hij de bijl middenin het decor. De toeschouwers schrokken, inclusief ikzelf. Niemand van de productie had mij verwittigd dat er nog een acteur op moest na 30 minuten. Maar: eind goed al goed! (lacht) Het was zeker een heel fijne productie om te zien.

Hoe zou je De Grote Post in een zin omschrijven?
De Grote Post is voor mij één grote équipe. Een familie, waar we ongedwongen alles voor elkaar doen en iedereen aan hetzelfde zeil trekt. Van zowel de directie, de techniekers, de onthaalverantwoordelijken tot de vrijwilligers toe: een hechte ploeg waar iedereen voor elkaar in de bres springt.
Wat is volgens jou het mooiste plekje in het cultuurcentrum?
Dat is voor mij is zonder twijfel zaal Grote Post. We treden er ook ieder jaar twee weekends op met d’Ostendsche Revue, een voorstelling waar veel Oostendenaars naar komen kijken.
Wat doe je nog meer in je vrije tijd?
Vroeger speelde ik volleybal en tennis. Ik speelde in eerste nationale met Rembert Torhout. Na rugproblemen moest ik stoppen. Ik schakelde volledig over op tennis, en speel nu in de Ostend Tennis Club.
Welke artiest(e) zou je nog graag ontmoeten in het artiestenfoyer van De Grote Post?
De artieste die voor mij het meest tot de verbeelding spreekt, is actrice Natali Broods. Ik mocht haar al een paar keer ontmoeten tijdens TAZ. Met haar wil ik nog wel iets drinken in het CultuurCafé en napraten over toneel en zo. (lacht)
Interview: Kim Schoutetens – VIRAAL
Foto’s: Steve Desnerck – VIRAAL
Persoonlijk vind ik dat iemand als Ivan Claes, gezien zijn inzet en kwaliteiten geen vrijgezel meer zou moeten zijn !!!k hoop dat Natali Broods op de uitnodiging reageert !!
LikeLike