Équipe volontaire is een interviewreeks met de vrijwilligers van cultuurcentrum De Grote Post. Ze koken voor artiesten, ze maken cultuurfanaten wegwijs in het gebouw, ze doen ticketcontrole, ze ontvangen en begeleiden artiesten, ze kennen het gebouw vanbinnen en vanbuiten, … De Grote Post is De Grote Post dankzij hen. Ze verdienen dan ook hun plaats in de schijnwerpers.
Starten doen we met vrijwilliger Leo De Meyer
Leo is afkomstig uit Oilsjt (Aalst), meer bepaald uit Haaltert. Hij is 45 jaar getrouwd met Rita (zij stond 36 jaar lang in het onderwijs). Samen hebben ze een dochter van 43 jaar, die samen met haar vriendin in Antwerpen woont. Zij werkt als assistent-filiaalleider bij de WE en is afgevaardigde van de ACV-vakbond. Hun zoon van 41 jaar woont met zijn vriendin in Brussel. Hij is regisseur bij de VRT en regisseerde Iedereen Beroemd. Leo en Rita zijn ook apetrots op hun kleindochtertje Coralie.
Wie is Leo?
Ik ben Leo De Meyer, 68 jaar, en ik voel me heel jong. Zolang ik actief kan blijven, blijf ik ook jong. Het voorbije jaar ben ik zo goed als iedere dag in het cultuurcentrum geweest. Elektriciteit is mijn hobby en het is plezant werken hier. Omdat De Grote Post een beschermd gebouw is, is het werk op zich soms een uitdaging. Je mag bijvoorbeeld niet zomaar door de muren boren. Daarnaast probeer ik behulpzaam te zijn en daar ook van te genieten. Dat geeft voldoening. Als je dankbaarheid terugkrijgt, dan is dat aangenaam. Ik ben ook altijd bezig, en kan niet stilzitten.

Leo werkte 36 jaar lang bij de VRT in de elektronica. Labo-beeldband heette dat toen, tot alles digitaal werd. Behalve met elektronica hield hij zich vroeger in zijn vrije tijd ook bezig met het onderhoud van zijn huis en zijn tuin (en met nog zoveel meer). En telkens opnieuw waren er de talloze reparaties. Elektronica is Leo zijn hobby, en al de rest neemt hij er graag bij.
Laten we die al de rest heel veel noemen. Leo straalt wanneer hij het over De Grote Post en zijn werk in het cultuurcentrum heeft. Hij heeft er zijn eigen atelier: ieder schroefje en ieder kabeltje hebben er een vaste plaats. Hij kent ook ieder verborgen hoekje én dat zijn er hier veel.
Hoe ben je met het cultuurcentrum in contact gekomen, en wanneer ben je er als vrijwilliger begonnen?
Op een avond in november 2012 ging Rita naar een infovergadering in verband met een oproep naar vrijwilligers. Ik ging mee, maar zeker niet met de bedoeling me als vrijwilliger aan te bieden. Ik was nog maar net op pensioen en had dus veel andere plannen. We kwamen binnen in het stadhuis en wie zat daar? Sam Serruys, verantwoordelijke podiumtechniek en management muziekstudio in De Grote Post. We kenden elkaar van Theater aan Zee. Sam vroeg me of ik wilde helpen tijdens het openingsweekend, omdat het heel druk zou zijn. Ondertussen is De Grote Post mijn tweede thuis geworden.
Sam heeft je dus overtuigd?
Dat heeft hij inderdaad gedaan. Ik vertelde hem dat al mijn materiaal nog in mijn atelier in Haaltert stond en dat ik me afvroeg waar ik dat in Oostende zou kwijt kunnen. Hij had onmiddellijk een oplossing: ik kon een eigen ruimte in het gebouw krijgen. Ik zou niet als vrijwilliger beginnen maar was eigenlijk al geïnstalleerd. Daarna vielen alle stukjes als een puzzel mooi in elkaar. Mijn vrouw en ik verkochten ons huis in Haaltert en we kwamen met veel plezier in Oostende wonen.

Kan je je nog jouw eerste dag bij De Grote Post herinneren? Hoe was die?
Ik heb dat toen van op een afstand bekeken. De sfeer was een beetje chaotisch, in die zin dat nog niet alles in orde was, maar dat de opening wel moest kunnen doorgaan. Gelukkig was dit voor de bezoekers niet merkbaar; het chaotische bevond zich achter de schermen. Ik kende nog niet iedereen, en kende ook mijn weg nog niet in dat reusachtige gebouw. Ik liep hier rond en als er iets moest gebeuren, dan was ik er: van hier naar daar en weer terug. Het was voor iedereen een beetje aftasten. Tijdens het openingsweekend waren ook alle zalen bezet. Maar alles is vlot verlopen voor de bezoekers en dat was het belangrijkste.

Waarvoor kan De Grote Post een beroep op jou doen?
Voor alles wat met techniek te maken heeft. Ik doe niet enkel reparaties voor theatertechniek, maar ook het onderhoud van de elektriciteit in heel het gebouw. Niels Commeyne en Maxim Gryffon, beiden technisch medewerker, zijn mijn dichtste collega’s. Zij staan in voor het algemene onderhoud van het gebouw en daar komt uiteraard heel veel bij kijken. Alles wat met elektriciteit te maken heeft, is voor mij. Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Is er bijvoorbeeld op een bepaald stopcontact geen stroom meer dan moet ik uitzoeken waar het probleem zit. Dat probleem kan zich aan de andere kant van het gebouw bevinden. Gelukkig weet ik ondertussen veel beter hoe het gebouw in elkaar zit.

Met Niels en Maxim werk je het meest samen. Hen kennende, zal er zo nu en dan wel tijd zijn voor een grap?
We maken wel eens grapjes onder elkaar, dat is waar. Elkaar een keer ‘een propere loer draaien’. Niemand zal iets uithalen waarvan je weet dat de ander er niet zal kunnen mee lachen. We houden het altijd plezant. Ik heb eens een grap uitgehaald met iemand, maar daar kan ik niet veel over vertellen, want als de persoon in kwestie dit leest, komt hij misschien op ideeën om iets terug te doen. Er is naast het serieuze werk dus zeker ruimte voor plezier.
Op welk feit dat je hebt kunnen verwezenlijken in het CC ben je het meest trots?
Op de muziekstudio van Serge Feys (artistieke leiding, programmator muziek en management muziekstudie) en Sam. Koen Mortier heeft die studio ingericht en ik heb er samen met Sam de bekabeling gedaan. Dat ging om een paar duizenden draadjes! Ik ben er fier op dat die muziekstudio in ons cultuurcentrum werkelijkheid is geworden. Bijvoorbeeld The Van Jets deden hier al opnames. En het is fijn samenwerken met het team van DGP. In feite ben ik fier op alles, ook op de ‘kleine dingen’.

Heb je een anekdote die je wil delen?
Iedereen komt als je Leo roept. Of dat zeggen ze toch. Ik zeg altijd: “Als je Leo roept, komt iedereen, maar Leo niet, want ik weet dat het om te werken is”. Typerend is dat ze, als ze iets niet goed weten of niet opgelost krijgen, ze vaak zeggen: “Vraag het eens aan Leo”. Een toestel dat niet werkt, een slot dat niet opengaat, een kraan die lekt: vraag dat maar aan Leo…

Wat doe je nog meer in Oostende (behalve ‘thuis zijn’ in het cultuurcentrum)?
Ik ben nogal sportief dus je ziet me vaak op de fiets in Oostende. Alles wat niet te heet of te zwaar is, vervoer ik met de fiets. In de lente en zomer maak ik elke avond een lange wandeling. Ik ben ook jarenlang ‘een loper’ geweest. Op de VRT werd het sporten gepromoot, dus ging ik tijdens de middagpauze lopen. Leuke tijden waren dat. Aan de 20 km van Brussel heb ik 7 keer deelgenomen. Hier aan zee liep ik vaak naar Middelkerke en terug. Wanneer ik merkte dat er te veel tegenwind was, nam ik de tram in het terugkeren. Als ik niet werk, fiets of wandel, vind je mij in de keuken. Ik kook heel graag. Een ander belangrijk deel van mijn activiteiten is het meewerken met Theater aan Zee. Zo is ons Oostends avontuur begonnen in 2002. Heel de zomer ben ik daar graag mee bezig. Uiteraard gaan Rita en ik ook vaak naar voorstellingen in De Grote Post.
Wat betekent een perfecte dag voor jou?
Onze kroost ontvangen op een dagje-aan-zee, ontmoetingen met goeie vrienden, relaxen aan onze strandcabine, een geslaagd project in het cultuurcentrum, … het kan echt van alles zijn. Ik blijf altijd bezig en kom met veel mensen in contact, indertijd bij de VRT en nu hier in het cultuurcentrum. Ik voel me gelukkig met mijn 68 lentes. Onlangs zei ik nog tot mijn collega’s: “Ik ga er nog 10 jaar bijdoen en dan ga ik uitbollen…”.

Foto’s door Inge Baes.
Tekst/interview door Kim Schoutetens.