Deze maand onderzoekt Lola Bogaert in residentie de verschillende aspecten van inclusie. Ze gaat na hoe ze met een groep dansers met het syndroom van Down en professionelen een mini-maatschappij kan creëren waarin iedereen dezelfde taal spreekt.
Voor Lola Bogaert gaat een artistiek maakproces over ontmoetingen met andere mensen en het creëren van een soort mini-maatschappij, waarin opnieuw gezocht wordt naar hoe je met elkaar communiceert, wat de afspraken zijn en hoe je tot een gezamenlijke (verbeeldings)wereld komt. Daarom geeft ze de mensen met wie ze werkt veel ruimte om zelf materiaal aan te dragen.
Das grosse fressen (werktitel)
We leven in een verscheurde tijd. Het individualisme is doorgeslagen en tegelijkertijd is onze identiteit zoek, angst regeert en extremisme in politiek en religie groeit. Door Google-filters, Facebook-vrienden en ‘Narrowcasting’ in plaats van ‘Broadcasting’ omringen we ons met mensen wiens visie en vooroordelen die van ons bevestigen. We worden kortzichtig en er ontstaat een afwijzende houding naar ‘de ander’. Niet alleen naar vreemdelingen als zijnde migranten, maar ook naar de vreemde/het afwijkende binnen onze eigen samenleving. Mensen met een beperking leiden nog al te vaak een geïsoleerd bestaan buiten de gewone samenleving (in gespecialiseerde instellingen, onderwijs, werk, hobby’s, vriendenkring), niettegenstaande het aangetoonde belang van inclusie. Daarom vind ik het noodzakelijk met ‘de ander’ samen te werken. In dit geval met mensen met downsyndroom.
Lola Bogaert onderzoekt welke methodes van inclusie er zijn. Ze gaat na hoe ze vorm kan geven een de confrontatie tussen professionele dansers en beperkte mensen, hoe ze opdrachten kan geven die voor beide partijen uitdagend zijn en hoe ze een mini maatschappij kan creëren waarin iedereen dezelfde taal spreekt. De zoektocht naar een juiste aanpak in methodiek is tevens ook een zoektocht naar de juiste inhoud: hoe verschillend of hetzelfde behandel je mensen met een beperking? Hoe anders zijn zij? Of zijn wij juist de vreemden? En hoe vertelt onze omgang met hen iets over ons?
Dansers: Giel Roels, Krisztina Szirtes, Michèle Devriendt & Sophia Rodríguez.
Scenograaf: Anouk van Kolfschoten.
Dit onderzoek wordt begeleid door danseres en choreografe Lisi Esteras en omkaderd door de Grote Post en d e t h e a t e r m a k e r en ondersteund door VGC.
Q&A met Lola Bogaert
- Wie of wat is jouw grote inspiratiebron?
Jakop Ahlbom
- Als je jouw creatie/project in een gevoel zou omschrijven, welk zou dat dan zijn?
vervreemding en ontroering.
- Welk boek/film/muzieknummer leunt nauw bij het thema van jouw residentie aan?
Het lied “Een Ster” van Stan Van Samang. Dit is het lievelingslied van Giel.
- Wat is jouw band met De Grote Post?
Toen ik aan het Ritcs in Brussel ging studeren leerde ik de Grote Post kennen als een plek waar talentvolle jonge makers ondersteund werden. De makers die aan het Ritcs af studeerden en die in de Grote Post aan de slag mochten gaan had ik hoog zitten en ik keek naar hen op. Dat ik nu hier in de Grote Post mag werken voelt als een eer en ook een beetje onwerkelijk.
Lola Bogaert studeerde in 2011 af aan de theaterdocent opleiding van ArtEZ Arnhem, tijdens deze studie volgde ze een minor Theateranalyse aan de Universiteit van Amsterdam. Meteen na het behalen van haar diploma vertrok ze naar Brussel waar ze de regieopleiding aan het RITCS volgde. Voor haar master in 2015 ontving ze een studiebeurs van zowel het Prins Bernhard Cultuurfonds als van het VandenEnde Foundation. Daarna werkte ze onder andere bij Monty Kultuurfaktorij, de Kopergietery, Toneelgroep Maastricht en Festival Boulevard.